Prenataal onderzoek
Tijdens de eerste controle krijg je informatie over mogelijke onderzoeken die tijdens de zwangerschap inzicht kunnen geven over de gezondheid van de baby.
Deze onderzoeken zijn niet verplicht en worden zonder medische indicatie niet allemaal vergoed door de verzekering. De termijnecho en de 20-weken-echo worden wel standaard door de verzekeraar vergoed.
Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)
In Nederland krijgen alle zwangere de optie om de gezondheid van hun ongeboren kindje te laten onderzoeken. Een deel van die onderzoeken bestaat uit een kansberekening, waarbij jullie individuele kans wordt bepaald op het krijgen van een kindje met één van de volgende chromosomale afwijkingen.
De test berekent het risico op het krijgen van een kind met een chromosomale afwijking. Het gaat hierbij om:
- Downsyndroom – hierbij is er een extra chromosoom 21 (trisomie)
- Edwardsyndroom – hierbij is er een extra chromosoom 18
- Patausyndroom – hierbij is er een extra chromosoom 13
De Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) is een bloedtest bij de zwangere. In het bloed wordt gekeken naar het DNA van de placenta. Dit komt bijna altijd overeen met het DNA van de baby. Door dit te onderzoeken wordt gekeken of de baby verdacht wordt van chromosomale afwijkingen. De NIPT is veilig voor de zwangerschap en geeft dus geen risico op een miskraam.
Wanneer: De NIPT kan vanaf de 10e week van de zwangerschap worden ingezet.
Kansberekening
Ook de NIPT is een kans berekening maar is zeer nauwkeurig. Wanneer de uitslag niet afwijkend wordt bevonden klopt deze bijna altijd. Minder dan 1 op de 1000 zwangeren is toch zwanger van een kind met een chromosomale afwijking.
Indien de baby wel wordt verdacht van een chromosomale afwijking verschilt de kans dat deze uitslag klopt per syndroom. Wordt de baby verdacht van Downsyndroom is de kans dat dit klopt 90%, voor Edwardssyndroom is dit 90% en voor Patausyndroom 50%. De vruchtwaterpunctie of de vlokkentest zal in dit geval zekerheid moeten geven.
Nevenbevindingen
De NIPT concentreert zich vooral op drie chromosoomafwijkingen: Downsyndroom (trisomie 21), Edwardssyndroom (trisomie 18) en Patausyndroom (trisomie 13). De NIPT kan echter ook andere aandoeningen opsporen. Dit kan bij het kind zijn, in de placenta en zeer zeldzaam ook bij de zwangere zelf. We noemen dit nevenbevindingen. Je kiest zelf of je ook de nevenbevindingen wilt laten testen.
Er zijn verschillende soorten nevenbevindingen: van heel ernstige tot minder ernstige aandoeningen. Van elke 1.000 zwangeren die kiezen voor de NIPT, krijgen ongeveer 4 vrouwen te horen dat er een nevenbevinding is. Om zeker te weten om wat voor nevenbevinding het gaat, is vervolgonderzoek nodig, meestal een vruchtwaterpunctie of vlokkentest.
De kosten
Sinds 1 april 2023 is de Trident2-studie waar de NIPT vijf jaar lang onder heeft gevallen, gestopt. Dat betekent dat er op dit moment geen kosten meer verbonden zijn aan de NIPT.
Wie betaalt de NIPT dan?
Het counselingsgesprek dat je met ons hebt om te besluiten of je wel of niet de NIPT wilt laten afnemen wordt vergoed door de verzekering.
De NIPT zelf wordt betaald door de overheid.
Als blijkt dat vervolgonderzoek nodig is, bijvoorbeeld een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie, dan wordt dit vervolgens weer vergoed door de verzekering.
Kijk voor meer informatie over de NIPT op www.pns.nl
13 weken Echo (ETSEO)
September 2021 is de 13-weken echo ingevoerd in Nederland. De 13-weken echo (ook wel “eerste trimester screening (ETSEO)” genoemd lijkt veel op de 20-weken echo. Bij beide echo’s kijkt de echoscopist namelijk of het kindje lichamelijke afwijkingen heeft. Tijdens het eerste gesprek bij ons, zullen we een counselingsgesprek voeren, waarin wij uitleg geven over deze echo en wat je kunt verwachten. Op het moment dat je beslist deze echo te willen, kan deze echo uitgevoerd worden bij een termijn van 12+3 weken zwanger en 14+3 weken zwanger. De echo vindt niet bij ons op de praktijk plaats, maar in een echocentrum. De echo zelf duurt ongeveer 30 minuten. De uitslag wordt meteen door de echoscopiste verteld.
Bij 95 van de 100 vrouwen wordt er geen lichamelijke afwijking gevonden. Er is dan geen vervolgonderzoek nodig. Hierna is het nog wel mogelijk om vervolgens voor de 20-weken echo te gaan.
Bij 5 van de 100 vrouwen wordt er wel iets gezien wat een mogelijke afwijking kán zijn. Het is niet altijd meteen duidelijk of er inderdaad een afwijking is, hoe ernstig deze afwijking is en wat voor effect de afwijking heeft voor jullie kindje. In dat geval is het mogelijk om vervolgonderzoek te krijgen.
De 13-weken echo is op dit moment alleen nog mogelijk indien je meedoet aan de wetenschappelijke studie IMITAS. Deze studie onderzoekt wat de voor- en nadelen zijn van de 13-weken echo.
Deze echo wordt wel vergoed door de zorgverzekering.
Voor meer informatie: www.pns.nl
20 weken Echo (TTSEO)
De 20-weken-echo heet officieel een structureel echoscopisch onderzoek (SEO). Dit onderzoek is een medische echo en geen ‘pretecho’.
Het structureel echoscopisch onderzoek (SEO) vindt bij voorkeur plaats bij een zwangerschapsduur tussen de 19 en 21 weken. Daarom wordt het ook wel de 20-weken-echo genoemd.
Bij dit onderzoek kijkt een echoscopist naar alle zichtbare organen en structuren van de baby, naar de groei van de baby en naar de hoeveelheid vruchtwater. Grote afwijkingen kunnen hierbij zichtbaar worden. Als er afwijkingen zichtbaar zijn op de echo word je doorverwezen voor verder onderzoek. Belangrijk om te weten is dat een goede uitslag bij de SEO geen volledige garantie geeft dat de baby helemaal gezond is.
Gelukkig worden er in de groep gezonde zwangeren zeer weinig afwijkingen gevonden.
Niet verplicht
Echo-onderzoek tijdens de zwangerschap is beslist niet verplicht. Veel ouders kiezen wel voor echo-onderzoek in de zwangerschap, maar niet iedereen wil nader onderzoek bij 20 weken.
Vergoeding
Deze echo wordt door alle verzekeringsmaatschappijen vergoed.
Waar?
Voor de echo maak je zelf een afspraak.
Vlokkentest of
vruchtwaterpunctie
Dit geldt voor de zwangere bij wie de combinatietest en/of NIPT wees op een verhoogd risico op een kind met een chromosoomafwijking.
Bij de vlokkentest neemt de gynaecoloog via de vagina of via de buikwand een klein stukje placentaweefsel weg. Dit wordt onderzocht op chromosoomafwijkingen.
- Hoe lang duurt de ingreep? 15 tot 20 minuten.
- Wanneer kan ik de test laten doen? Vanaf de elfde zwangerschapsweek.
- Wie voert dit onderzoek uit? De gynaecoloog.
- Risico op miskraam? Door de vlokkentest bestaat er een kleine kans op een miskraam, dit risico bedraagt 0,5%.
- Wanneer is de uitslag bekend? Na ongeveer 5 tot 10 dagen.
Als een afwijking wordt gevonden
Bij een afwijkende uitslag – er is dan een chromosomenafwijking aangetoond – kan je kiezen voor een zwangerschapsafbreking. Tot de 14e week van de zwangerschap kan dit met een zuigcurettage gebeuren, na de 14e week krijg je in het ziekenhuis vaginale tabletten om het lichaam de zwangerschap te laten afstoten.
Bij de vruchtwaterpunctie wordt via de buikwand een beetje vruchtwater afgenomen. De cellen in dit vruchtwater worden onderzocht op chromosoomafwijkingen.
- Hoe lang duurt de ingreep? 15 tot 20 minuten.
- Wanneer kan ik de test laten doen? Vanaf de 16e week
- Wie voert dit onderzoek uit? De gynaecoloog.
- Risico op miskraam? De vruchtwaterpunctie brengt een miskraamrisico met zich mee van 0,3%.
- Wanneer is de uitslag bekend? De uitslag van een sneltest, voor chromosoomafwijkingen en het geslacht is na 3 tot 5 werkdagen bekend, afhankelijk van de dag van de afname. U krijgt 3 tot 7 werkdagen na de test telefonisch een uitslag.
Met deze test worden echter niet alle chromosomen onderzocht. Daarom krijg je na 3 weken de definitieve uitslag van de vruchtwaterpunctie, na onderzoek van alle chromosomen.
Als een afwijking wordt gevonden
Als na een vruchtwaterpunctie blijkt dat er een chromosoomafwijking is en je kiest ervoor om de zwangerschap af te laten breken, is de zwangerschap al te ver gevorderd om deze door middel van een curettage te laten afbreken en zal de bevalling met medicijnen ingeleid moeten worden.